Ouderschapsregelingen na scheiding: bemiddelen met ouders en kinderen
Na de scheiding stopt het partnerschap, het ouderschap loopt verder en dient gereorganiseerd te worden: van het leven als kerngezin in één huis, naar het leven in twee aparte huizen. Emoties van verdriet of boosheid omwille van de scheiding zelf, de vele verlieservaringen voor alle betrokkenen, eventuele angst en onveiligheid na intra familiale geweldszaken … zetten druk op relaties, belasten de ouderidentiteit en kunnen de gesprekken ’als ouders’ over nieuwe regelingen zwaar belasten.
Therapeuten, hulpverleners, mediators kunnen geconfronteerd worden met ouders na scheiding waarbij de transitie van een kerngezin naar twee aparte gezinnen zich kenmerkt door (hoog) conflict. De strijd tussen ouders kan de emoties fel doen oplaaien bij alle betrokkenen (familieleden, bredere netwerkleden, hulpverleners, advocaten, rechtbank …).
Vertrouwde en beproefde professionele vaardigheden, blijken vaak ontoereikend om zelf ook uit de zuigkracht van het conflict te blijven en een constructieve positie vast te houden. Strijdpatronen kenmerken zich door wederzijdse vijandigheid, wantrouwen, persoonlijke beschuldigingen en het willen controleren en veranderen van de ander. Deze patronen zijn zuigend en zorgen steeds weer opnieuw voor een kijkversmalling of een tunnelzicht bij alle betrokkenen. De gerichtheid op conflict geeft echter meer conflict. De cirkel is rond en vicieus. Toch wensen we ouders (en kinderen) te ondersteunen in het maken van nieuwe regelingen op maat van alle betrokkenen. Daarvoor zijn bijzondere methodieken, heldere kaders en een stevige attitude cruciaal. We bieden veel erkenning voor de last van het conflict, de last van het transitieproces en het scheidingsleed. We werken met sterke kaders om het conflict af te bakenen en ouders (en kinderen) uit te nodigen tot een constructieve dialoog over nieuwe regelingen.